ISVAG laat als eerste intercommunale impact van PFAS onderzoeken

In ons dagelijks leven komen we voortdurend in contact met PFAS, die voorkomen in tal van alledaagse voorwerpen omwille van hun waterafstotende, vuilafstotende en hittebestendige eigenschappen. Voorbeelden zijn antiaanbakpannen, regenkleding, voedselverpakkingen zoals pizzadozen, verzorgingsproducten, en cosmetica zoals zonnebrandcrème, waterdichte mascara en langhoudende lippenstift. PFAS worden ook aangetroffen in drinkwater en regenwater. Hierdoor worden we overal blootgesteld aan PFAS, zowel binnen als buiten, thuis en op het werk, ook door wat we eten en drinken.

Er zijn al maatregelen genomen op Europees en Belgisch niveau om de productie van schadelijke PFAS te verbieden en normen vast te stellen voor voedsel en drinkwater. De enige manier om blootstelling aan PFAS te verminderen, is door de bron aan te pakken, namelijk bij de producenten. Totdat dat gebeurt, zullen PFAS overal aanwezig blijven.

PFAS komen ook in restafval terecht. Als eerste intercommunale in Vlaanderen laat ISVAG door VITO onderzoeken wat de impact hiervan is. Er wordt gekeken of er PFAS in de rookgassen zit en wat de impact is op de omgeving.

In een eerste fase werd de geografische spreiding van de jaargemiddelde concentraties in kaart gebracht op basis van emissiemetingen (wat komt er uit de schouw?). Daarna werd de impact op de omgeving van ISVAG beoordeeld door 3 maanden lang op 4 locaties immissieconcentraties te meten (wat is de impact ter plaatse, bij Atlas Copco, Ikea, Equans en de Cleydael Golf Club?). Deze locaties werden gekozen op basis van eerdere modellering van PFAS-concentraties.

Meten is weten, maar wat is norm?

Het is belangrijk om mee te geven dat er momenteel nog geen wettelijk of gezondheidskundig toetsingskader is voor PFAS-metingen in de lucht in Vlaanderen, België of Europa. Daarom is er een tijdelijk toetsingskader vastgesteld: een waarde tussen 0,4 en 2,2 ng/m³ voor de som van de 4 EFSA-PFAS-verbindingen (PFNA, PFOA, PFHxS, PFOS). Dit is gebaseerd op de aanbeveling van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid EFSA, voor orale blootstelling.

Uit het VITO onderzoek blijkt dat de gemiddelde EFSA-concentraties op de vier meetlocaties lager liggen dan de drempelwaarde van het tijdelijke toetsingskader voor omgevingslucht EFSA-PFAS (0,4 ng/m³).

Er is een indicatie dat de installatie van ISVAG bijdraagt aan de gemeten PFAS-concentratie in de buurt van meetpunt Atlas Copco, maar het rapport geeft ook aan dat in de omgevingslucht nog andere PFAS gemeten worden die niet afkomstig zijn van de emissies uit de ISVAG-installatie. Dit blijkt zowel uit onderzoek van de samenstelling van de PFAS als de windrichting tijdens de metingen, waardoor er verondersteld kan worden dat er ook andere bronnen zijn. De Raad van Bestuur van ISVAG besliste bijkomend onderzoek uit te voeren en in te zetten op verdere monitoring.