Omgevingsvergunning met een proeftermijn van twee jaar

 

Vlaams minister van omgeving Zuhal Demir verleent aan de bestaande ISVAG-installatie een omgevingsvergunning met een proeftermijn van twee jaar. Binnen de zes maanden dient de intercommunale een evaluatie op te maken welke technieken kunnen geïnstalleerd worden om de stikstofemissies nog verder te verlagen. Het warmtenet dat ISVAG anderhalf jaar geleden in gebruik heeft genomen, wordt voor onbepaalde duur vergund. De minister volgt hiermee het advies van de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie (GOVC)

 

 

ISVAG vertegenwoordigt 30 steden en gemeenten in de provincie Antwerpen, alles samen goed voor 1,06 miljoen inwoners die samen jaarlijks ongeveer 170.000 ton niet-recycleerbaar restafval en grofvuil produceren. Driekwart van dat afval gaat naar de ISVAG-installatie aan de A12 in Wilrijk, waar er elektriciteit mee wordt geproduceerd voor meer dan 25.000 gezinnen en warmte voor een aantal bedrijven in de buurt.

 

De gemeente Aartselaar, één van de 30 gemeenten die zijn afval naar ISVAG brengt, had in 2020 bij de raad voor vergunningsbetwistingen opnieuw beroep aangetekend tegen de vergunning van de bestaande installatie. Op basis van een procedurefout die gemaakt werd door de GOVC werd de vergunning vernietigd, waarna het dossier opnieuw werd voorgelegd aan Vlaams minister voor omgeving Zuhal Demir. Die verleent ISVAG nu een proefvergunning voor twee jaar. Die periode moet ISVAG gebruiken om haar businesscase en de gevolgen ervan voor mens en milieu beter in kaart te brengen. Tegen het einde van de periode van twee jaar zal de minister beslissen of de vergunning kan verlengd worden.

 

ISVAG-voorzitter Kristof Bossuyt is tevreden dat ISVAG verder kan. Met haar beslissing erkent de minister dat de ISVAG-installatie noodzakelijk is voor de afvalverwerking in onze regio. Zoals gevraagd zullen we op korte termijn een evaluatie opmaken en nagaan welke aanpassingen aan de installatie moeten gebeuren om de stikstofuitstoot nog verder te verlagen. Tegelijk zullen we inzetten op het verhogen van de energieproductie. Dat laatste zal toelaten om de broodnodige uitrol van het warmtenet verder te zetten.”

 

In het advies van de GOVC aan de minister woog vooral het advies van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) door. ANB baseert zich op een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 15 september 2022, over de impact van stikstof op de gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN).  Kristof Bossuyt: “De stikstof-emissies van ISVAG bedragen nauwelijks 0,1% in het gebied in kwestie en zijn zelfs niet meetbaar. De voornaamste bronnen zijn het verkeer en de gebouwenverwarming. We zullen er alles aan doen om aan te tonen dat we onze emissies nog verder kunnen verlagen, meer nog: dankzij de uitbreiding van het warmtenet zullen heel wat stikstofemissies vermeden worden en zal de luchtkwaliteit in de buurt erop vooruit gaan.”

 

Momenteel zijn drie bedrijven aangesloten op het ISVAG-warmtenet en maar liefst 30 bijkomende bedrijven wachten op een aansluiting. Stuk voor stuk bedrijven die nu verwarmen met fossiele brandstoffen en dus CO2 en stikstof uitstoten. Als ISVAG de geplande investering in een nieuwe energieturbine kan uitvoeren, zal het tot 20 keer meer warmte kunnen uitkoppelen dan vandaag het geval is. Kristof Bossuyt: “We willen absoluut voortrekker zijn om dit warmtenet verder uit te breiden. Zoals aangetoond door VITO is ISVAG de enige kans om het warmtenet ten zuiden van Antwerpen gerealiseerd te krijgen, en cruciaal om de klimaatdoelstellingen te halen. Dankzij dit warmtenet gaat de luchtkwaliteit er drastisch op vooruit, want ISVAG vervangt op die manier de chauffageketel bij het bedrijf of bij de mensen thuis.”

 

ISVAG zal de voorwaarden in de vergunning nu zo snel mogelijk bestuderen. Op 20 oktober hebben de vennoten trouwens in de algemene vergadering van ISVAG al hun goedkeuring verleend om de intergemeentelijke samenwerking voor een periode van 18 jaar te hernieuwen, een duidelijke blijk van vertrouwen in de samenwerking en een opsteker voor de medewerkers.  Kristof Bossuyt: “Ondanks alle onrust en vaak negatieve berichtgeving in de media, zijn onze medewerkers trouw op post gebleven. Ze bleven hun taak vervullen, zodat de restafvalzak die de mensen wekelijks voor hun deur zetten vakkundig werd verwerkt en omgezet in elektriciteit en warmte.”